Chemosphere hoog boven de stad der Engelen.

Chemospere, een historisch science fiction huis in L.A.


Tekst & Fotografie door Michael Klinkhamer.©all rights reserved.

©photo MK


Genesteld hoog boven Los Angeles woont uitgever Benedikt Taschen in The Chemosphere, een zeer bijzonder huis, zelfs voor Los Angles. 
Ontworpen door de Amerikaanse architect John Lautner. 

Achthoekig gevormd, hoog boven de grond, staat het als een hightech paddenstoel boven op een paal verborgen in de heuvels van Hollywood; een beetje Jetsons, een beetje James Bond – en volledig “vintage L.A. Modern.


Chemosphere werd in 1960 gebouwd door John Lautner op een plaats die door velen als onbebouwbaar werd gezien in de Hollywood hills. 

De Encyclopaedia Britannica noemde het bijzondere ontwerp het modernste huis ter wereld. 
Het huis komt voor in Hollywood films en tv-shows, zoals in Body Double van Brian de Palma,  de Simpsons cartoons, en de Bondfilm ‘Diamonds are Forever’. 
Na alle roem kwam het verval. 






Wanneer de Duitse uitgever Benedikt Taschen het huis voor het eerst bezoekt, in 1997, had Chemosphere velen jaren van zwaar misbruik, onverschillige  huurders en foute discofeesten doorstaan. 
Er was heel lang  geen markt voor het huis - de mensen die het huis kwamen bekijken waren vooral geïnteresseerd in het uitzicht, maar zagen het niet zitten om op zo’n unieke locatie te gaan wonen. 

Langer dan tien jaar stond het te koop. Zo lang zelfs, dat het als een soort lopende grap werd opgenomen in een aflevering van de Simpsons, als het huis dat eeuwig te koop zou staan, met grote spinnenwebben bungelend aan het bordje ‘for sale’.

Uitgever Benedikt Taschen in LA ©photo MK

Science fiction


Ik bezoek de 49-jarige Taschen op een stralende dag,  nadat ik mijn weg gevonden heb naar het huis, hoog boven de van hitte trillende lucht boven Los Angeles. 
Vanuit Hollywood Boulevard , laat ik de betonnen stadsjungle achter me en rijd ik de heuvels in. 
Het uitzicht is adembenemend en het wordt steeds stiller – er is nauwelijks verkeer. 
In de diepte ligt de gigantische, ronkende metropool. Aan het einde van een slingerende oprit word ik hartelijk begroet door de relaxed ogende Benedikt Taschen. 

We lopen naar een soort kleine skilift, die ons in een flinke vaart omhoog brengt – Chemosphere is gebouwd bovenop een betonnen  pilaar van bijna negen meter hoog. Het voelt als een sciencefictionfilm. 


©photo MK

©photo MK

©photo MK


Bovenaan betreden we de strak ingerichte woning. Taschen's inrichting van de woning volgt zo accuraat mogelijk  die van het originele ontwerp – Taschen neemt de historische waarde van zijn huis serieus. Het huis past bij hem. “Ik kwam al jaren in Los Angeles en dan verbleef ik altijd in het Sunset Marquise Hotel in Hollywood. 

Tien jaar geleden hoorde ik van een vriend toevallig dat Chemosphere te koop stond. Ik was eigenlijk  helemaal niet op zoek naar een huis; ik liep er gewoon tegenaan.”


Gecompliceerd, warm en humaan


Benedikt Taschen is eigenaar van een internationaal uitgeef imperium, dat groot is geworden met het publiceren van zowel zeer exclusieve uitgaven als zeer goedkope boeken over kunst, cultuur en erotiek. 

Taschen publiceert ook een  zeer sterke en uiteenlopende reeks boeken over modernistische huizen en de meest toonaangevende architecten. Geen wonder dat hij zijn huis op waarde weet te schatten. Maar niet alleen vanwege de architectonische kwaliteiten: “Je voelt je hier veilig. Het is warm en humaan en niet koel een zakelijk. 

Dat verwacht je niet als je de buitenkant ziet.” Nadelen van de bijzondere constructie zijn vooral praktisch van aard. Taschen: “De meeste technische zaken kunnen nogal gecompliceerd worden. Het huis is zeer onderhoudsgevoelig – de onderhoudskosten zijn minstens tien keer zo hoog als die van ‘normale’gebouwen. Het is alsof je een klassieke auto hebt - een Mercedes uit 1955: technisch gezien veel gevoeliger, maar  wel met een uitgesproken persoonlijkheid.”

Taschen bewondert de simpele, organische  vormen, van het huis. “Daaraan kun je het karakter zien van de grote artiest; zo iemand absorbeert uitdagingen en levert dan eenvoudige oplossingen.” Lautner liet het hypermoderne huis bovendien sterk harmoniëren met zowel de stad als de natuur. “Aan de ene kant is het hier heel stil, puur natuur, met allerlei wilde dieren, rondom het huis. Ik moet echt goed op mijn hondje letten - het barst hier van de coyotes. 

Maar als je hier kijkt”, zegt Taschen, terwijl hij naar de enorme raampartij wijst die uitzicht geeft op de San Fernando Valley,  met wolkenkrabbers, Universal Studio’s, en de drukke Freeway 101, “Dan zie je alleen maar de stad.”


©photo MK

©photo MK


Onbebouwbaar

Dat chemosphere ontstond had alles te maken met een bijzondere samenkomst van architect,  klant, plaats en tijd. De opdrachtgever was luchtvaartingenieur Leonard Malin, die van zijn schoonvader een stuk land kreeg, ten noorden van Mulholland Drive. Het stuk land was bebost, ruig en had als bonus een geweldig  uitzicht. Er was echter één nadeel: het grootste deel van het kavel maakt een hoek van 45 graden, en leek daardoor praktisch onbebouwbaar. 

Malin benaderde John Lautner. Hij vertelde hem van het stuk grond en zijn beperkte budget van 30.000 dollar. Lautner schetste spontaan een een verticale lijn met een kruis en daarbovenop een bocht, “Werk maar uit,” beval de architect zijn assistent.

Lautner, een leerling  van Frank Lloyd Wright, was los van zijn zelfbewuste karakter ook een praktisch mens en een echte probleemoplosser. 

Er was in de jaren ’50/‘60 een onverwoestbaar vertrouwen in de technologie. Lautner zag zijn ontwerp van Malins huis niet als een  bewust speelse vorm, als vliegende schotel, maar simpel als de meest voor de hand liggende  oplossing voor deze speciale locatie. 

Daarmee was Chemosphere karakteristiek voor het Los Angeles van de jaren‘ 50/’60. Er ontstond een nieuwe definitie van architectuur, met een nieuwe vormentaal en het principe dat de techniek alle problemen op zal lossen: het California Modernism. 

Woningen hoeven volgens de navolgers van deze stroming ook niet op traditionele huizen te lijken. 
Lautner bouwde een enkele betonnen kolom waarop een achthoekige plaat werd gelegd, waarop hij een houten huis timmerde. Letterlijk, want om de kosten te drukken werkte Lautner zelf als timmerman mee aan de bouw. 
Bovendien liet hij het huis sponsoren en vercommercialiseerde hij het. 
Vandaar de naam Chemosphere – die komt van het bedrijf dat de coatings en epoxyharsen sponsorde, Chem Seal.


©photo MK

©photo MK

©photo MK

©photo MK

Filosofische uitdaging


Nadat hij Chemosphere in 1997 had gekocht, benaderde Taschen hij architectenbureau Escher Gune Wardena, om een strategie te ontwikkelen voor een zo nauwkeurig mogelijke restauratie. 

Frank Escher, een van de architekten, staat bekend als een grote John Lautner kenner en is de archivaris van de Lautner Foundation. “Bij onze eerste afspraak gaf Taschen binnen een half uur aan dat hij een onvoorwaardelijk vertrouwen in onze visie voor de restauratie had. Hij zei simpelweg: Doe wat je denkt dat goed is.” 

De opdracht was een filosofische uitdaging, zegt Escher. “Het was een combinatie van onderzoek naar de historie en technologie, en eigenlijk  ook naar de psychologie van Lautner. Met volledig  respect voor de visie van Lautner moesten we ook rekening houden met de beperkingen van de techniek en het budget van toen.  

Daarnaast is en was het nooit de bedoeling om er een museum van te maken. Taschen wilde zo dicht mogelijk bij  de originele  visie blijven, maar hij wilde ook dat het huis leefbaar zou zijn en dat het een nieuwe persoonlijkheid kreeg. 

Ons werk moest dus zo onzichtbaar en elegant mogelijk zijn.”
Het restoratieteam verwijderde  dikke lagen verf en vloerbedekking. Er werden nieuwe lichthouten panelen aan de muren bevestigd, in dezelfde stijl als de vernieuwde inbouwkasten en banken. 

De immense raampartij werd vervangen door glas zonder lijsten, en zijn nu als in een geheel panoramisch. De tapijten werden vervangen  door een gebroken  grijze  stenen vloer, iets wat in de jaren ’60 niet mogelijk was, in verband met de stabiliteit en het gewicht. Nu kon de vloer wel met dunne gebroken tegels worden bekleed en in een grootse opzet, zowel binnen als buiten bestrijken.


Maatpak


Tegenwoordig is het huis ingericht met persoonlijk door Taschen gekozen designmeubelen en kunst. 

Een grote ovalen eettafel van Florence Knoll domineert de ruimte. 
Taschen liet de Cubaanse kunstenaar Jorge Pardo de gekrulde plexiglas lampen boven de Knoll tafel ontwerpen. 
Ook het opmerkelijke vloerkleed werd in opdracht gemaakt door de schilder Albert Oehlen. 

Onlangs liet Taschen twee stoelen van Arne Jacobsen in knallend lila in het huis plaatsen: de wereldberoemde ontwerpen Het Ei en De Zwaan. De uitgesproken stoelen komen ook voor in de film van Stanley Kubrick, 2001: A Space Odyssey - beiden zijn typerend voor het modernisme. Net als de hele inrichting van Chemosphere. “De huizen van Lautner huizen zijn als maatpakken,”  zegt Frank Escher.

 “ Taschen is de perfecte eigenaar  voor zo’n woning.”


©photo MK

©photo MK

©photo MK

©photo MK

©photo MK


Na de prive rondleiding door Taschen, nemen we plaats op het terras. 
We raken niet uitgepraat over het uitzicht van deze geweldige locatie. 
“Het uitzicht hier is als een widescreen Hollywoodfilm”, zegt Taschen. “Het is nooit hetzelfde – het verandert continu.”
Taschen, die zich de niet alleen bewoner, maar ook conservator van dit huis voelt. 

“Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar om dit huis te bewaren voor de generaties na ons,” zegt hij, uitkijkend over de Valley. Hij heeft gelijk; dit unieke huis verdient een zorgvuldige beheerder. 

Aan de buitenkant is het als een  gesloten ruimteschip. 
Van binnenuit kijk je uit over de wereld en ligt Los Angeles schitterend als een sterrenhemel aan je voeten.


©photo MK

©photo MK

                                         ~~~~~~~~~~~~~~~









Reacties